Zorgvernieuwing begint bij durven: achter de schermen bij Katleen Mertens
Als vierde deelnemer aan het Care2Adapt opleidingstraject nemen we een kijkje achter de schermen bij Katleen Mertens, dienstverantwoordelijke van de Moeder-Kind-afdeling in AZ Klina.Sinds een klein jaar zijn de afdelingen Materniteit en verloskwartier, Neonatologie, Pediatrie en Fertiliteit (Centrum voor Reproductieve Geneeskunde) samengevoegd tot de afdeling Moeder-Kind. ’s Nachts wordt op deze afdeling gewerkt met een zogeheten loopwaak. In de praktijk blijkt dat deze functie vaak overvraagd wordt. Daar zijn twee belangrijke oorzaken voor:
- Beperkte capaciteit en onduidelijke prioritering
De loopwaak van de Moeder-Kind-afdeling kan uiteraard niet overal tegelijk zijn. De prioriteit ligt altijd bij het verloskwartier, waar bevallingen plaatsvinden. Daardoor is het vaak de Pediatrie die als eerste buiten de boot valt. Voorheen was het onduidelijk waarom de Moeder-Kind-loopwaak niet beschikbaar was, omdat dit alleen mondeling werd doorgegeven. “Dan blijkt bijvoorbeeld dat er vier bevallingen waren die nacht.” Sinds kort wordt met een enquête bijgehouden waar de loopwaak precies mee bezig is. Dat zorgt voor meer begrip tussen de afdelingen.
- Beperkte bevoegdheden van vroedvrouwen
Doordat vroedvrouwen die zijn afgestudeerd na 2018 minder bevoegdheden hebben, mogen zij niet alle verpleegkundige taken op zich nemen op pediatrie gezien dit niet behoort tot hun vakgebied. Zij zijn bekwame helpers.
Om dit probleem op te lossen wordt er gekeken of de algemene loopwaak bij drukte als plan B ingezet kan worden – een team van 3 à 4 personen die afdelingsoverschrijdend ondersteuning bieden. Zij springen bij waar nodig. Toch blijkt dat ook bij deze centrale loopwaak nog veel tijd opgaat aan routinetaken. Het project van Katleen richt zich daarom op taakzuivering van de centrale loopwaak: ze kijkt kritisch naar wat deze medewerkers doen, wat efficiënter kan, en hoe hun inzet beter afgestemd kan worden op de behoeften van de afdelingen. Haar doel is helder: mensen anders leren werken.
Procesverbeteringen
Katleen beschouwt haar project als geslaagd wanneer de centrale loopwaak zonder problemen kan inspringen op de afdeling Pediatrie, zónder dat dit door hen als belastend wordt ervaren.
Dit zijn drie concrete veranderingen die ze wil doorvoeren:
- De parameterstool – waarin onder andere bloeddruk en temperatuur geregistreerd worden – zal gekoppeld worden aan het elektronisch patiëntendossier (EPD). Daarbij kijkt ze extra kritisch naar de noodzaak: is het wettelijk verplicht om bij elke shift parameters te meten? Dit vraagt om een verandering in mindset binnen het team.
- Momenteel vinden bloedafnames om 5 uur ’s ochtends plaats, zodat de artsen de resultaten vroeg beschikbaar hebben. Er wordt nu onderzocht of bloedafnames ook om 7 uur ‘s ochtends uitgevoerd kunnen worden door een laborant. Zij hebben immers ook de bevoegdheid om bloed af te nemen. Dit is fijner voor de patiënt én geeft meer rust tijdens de ochtendroutine op de afdeling
- Slim incontinentiemateriaal is in Nederland al ingeburgerd, maar in België nog nauwelijks bekend in ziekenhuizen. Momenteel worden patiënten daar op vaste tijdstippen gewekt tijdens een zogeheten “pampertour” om hun inco te controleren. In veel gevallen is dat echter niet nodig, en worden mensen onnodig wakker gemaakt. Verpleegkundigen zijn echter erg gehecht aan deze routine: “we doen het altijd al zo, dus waarom zouden we dat nu ineens anders moeten doen?” Toch komt zorg op maat – afgestemd op het moment dat het écht nodig is – steeds centraler te staan. Dat opent de deur naar verandering, zowel op de werkvloer als bij de directie. Ze hoopt dat binnen een jaar concrete afspraken te hebben met leveranciers van slim incontinentiemateriaal. Ze zoekt naar tools die bijdragen aan meer regie voor de patiënt én werkverlichting voor het zorgpersoneel, zodat er betere, efficiëntere zorg geleverd kan worden.
Uitdaging
Katleen ervaart vooral weerstand op de werkvloer als uitdaging. Terwijl het management innovatie omarmt, houden zorgprofessionals vaak vast aan oude gewoonten. Dankzij Care2Adapt weet ze nu beter met die weerstand om te gaan. Doordat ze er nu op is voorbereid laat ze zich er niet meer door uit het veld slaan, ze weet dat het normaal is in het proces van verandering. “Het helpt mij om niet gepikeerd te worden en er positief in te blijven staan”. Daarnaast heeft ze geleerd om het gevoel wat ze heeft te objectiveren. “Soms komt wat je voelt namelijk niet cijfermatig overeen.”
Ook de contactmomenten tijdens Care2Adapt met andere zorgorganisaties ervaart zij als zeer waardevol. “Op deze manier kan ik leren van de best practices van andere organisaties. Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde doel voor ogen. We hoeven niet altijd zelf iets nieuws uit te vinden”.
Innovatief en gedreven
Wanneer Katleen een kansrijke vernieuwing signaleert, weet ze deze bij de juiste persoon of afdeling onder te brengen. Katleen denkt graag out of the box bij het herontwerpen van de zorgprocessen. Zo heeft ze op de afdeling Materniteit al voor veel rust gezorgd door de routines kritisch tegen het licht te houden: “doen we dit omdat het nodig is, of omdat we het altijd zo gedaan hebben?”
Katleen is erg bevlogen en wil graag vooruit. “Het gaat vaak niet zo snel als ik zou willen,” zegt Katleen. “Het liefst zou ik alles tegelijk aanpakken.”
In haar ideale situatie wordt innovatie gezien als hulpmiddel, niet als bedreiging. Ze hoopt dat zorgverleners inzien dat innovatie hen juist helpt om zich te focussen op waar het écht om draait: échte aandacht voor de patiënt.